Het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) waarschuwt dat er een valse versie van de VRKI 2.0 in omloop is. Hierin wordt gesuggereerd dat bij alle veiligheidsniveaus draadloze beveiligingscomponenten geplaatst mogen worden. Dit zou ook gelden voor woningen in risicoklasse 4, wat niet klopt.

Het CCV roept daarom alle beveiligingsbedrijven die met VRKI 2.0 werken op om uitsluitend gebruik te maken van documenten die gepubliceerd zijn op de website van het CCV. De VRKI helpt beveiligingsbedrijven bij het inventariseren van het noodzakelijke beveiligingsniveau in woningen en bedrijven. Op basis van het inbraakrisico, wordt een bepaald beveiligingsniveau geadviseerd, waarvoor meestal diverse bouwkundige en elektronische producten geïnstalleerd moeten worden.

Echte vakman
De VRKI 2.0, die in opdracht van het Verbond van Verzekeraars wordt beheerd door het CCV, speelt een belangrijke rol bij het ontwerpen, opleveren en onderhouden van (gecertificeerde) beveiligingssystemen. Verzekeraars kunnen een certificaat eisen om zeker te zijn dat de beveiliging door een echte vakman is aangelegd.
Voor inbraaksignalering wordt steeds vaker draadloze apparatuur toegepast. Dat scheelt enorm in de installatiekosten. In woningen is dit toegestaan voor de beveiligingsniveaus 1, 2 en 3. In bedrijven mag voor de beveiligingsniveaus 1 en 2 gebruik worden gemaakt van draadloze apparatuur. Bij niveau 4 wordt ervan uitgegaan dat de inbrekers in hoge mate professioneel te werk zullen gaan en dan is draadloze apparatuur makkelijker te saboteren dan bedrade apparatuur.